Skip to content
  • Blog

De loopsporter van wie verwacht mag worden dat hij in een redelijk conditie verkeert, begint zijn training met een normale laxeerbehandeling, bestaande uit drie doses. Glauber zouten hebben doorgaans de voorkeur; in doses tussen anderhalf en twee ounce per keer, met een interval van vier dagen tussen doses. Na de laxeerbehandeling te hebben doorgemaakt, begint hij zijn normale training, die geleidelijk wordt opgevoerd naarmate hij vordert in zijn training.  Wanneer zijn doel het volbrengen van een loopwedstrijd is, bedraagt zijn normale training tussen 20 en 24 mijl per dag. Hij moet om vijf uur in de ochtend opstaan, een halve mijl op topsnelheid heuvelop rennen, om dan zes mijl met een matige snelheid te wandelen, en om zeven uur binnen te zijn voor het ontbijt, dat moet bestaan uit biefstuk of schapenvlees (rood) met oud brood en bier. Na het ontbijt , moet hij opnieuw zes mijl wandelen in een gematigd tempo , en om twaalf uur een half uur zonder kleren in bed liggen. Na te zijn opgestaan, moet hij vier mijl wandelen, en om vier uur terugkeren voor het avondeten, dat ook uit biefstuk of schapenvlees met brood en bier moet bestaan, net als het ontbijt. Direct na het avondeten, moet hij zijn training hervatten met het rennen van een halve mijl op topsnelheid en het wandelen van zes mijl in een gematigd tempo. Hij traint die dag niet meer, maar gaat rond acht uur naar bed, om de volgende ochtend hetzelfde programma te doen.

Na drie of vier weken van deze normale training, moet de loper een vier mijl lange zweetsessie doen, die bestaat uit het lopen in flanel van vier mijl op topsnelheid. Direct bij terugkomst, moet hij een Engelse pint hete likeur drinken. Deze zogenaamde zweetlikeur bestaat uit de volgende ingrediënten; een ounce karwijzaad; een halve ounce korianderzaad; een ounce zoethoutwortel; en een halve ounce kandijsuiker; vermengd met twee flessen cider, gekookt tot er een halve fles overblijft. Gekleed in flanel wordt hij dan gedurende 25 tot 30 minuten in bed gelegd en overdekt met zes of acht paar dekens en een veren dekbed, waarna hij perfect wordt afgedroogd. Goed ingepakt in zijn overjas, wandelt hij twee mijl rustig, waarna hij terugkomt voor zijn ontbijt, dat, voor zulke gelegenheden, uit gebraden gevogelte bestaat. Daarna gaat hij verder met zijn gebruikelijk training. Deze zweetsessies worden wekelijks voortgezet, tot enkele dagen voor de wedstrijd, of, in andere woorden, hij moet drie of vier van deze zweetsessies ondergaan. Als de loper maagproblemen heeft, moet er een of twee keer een braakmiddel worden gegeven, ongeveer een week voor het einde van de training. Hij wordt nu verondersteld in de best mogelijke conditie te zijn.

Kom daar nog maar eens voor, zo’n totaaltraining als deze uitgevonden door kapitein Barclay en beschreven in het boek Pedestrianism; or an account of the performances of celebrated pedestrians during the last and present century; with a full narrative of Captain Barclay’s public and private matches; and an essay on training. Door Walter Thom. Het boek is uit 1819 een tijd waarin het lopen (wandelen zowel als hardlopen) werd gezien als de basis voor alle sporten.

Siebe Turksma

Back To Top