Skip to content

Zo’n NK is gewoon genieten voor de fans. En ik ben fan.
Natuurlijk kijk je als trainer vooral naar je eigen atleten: Hoe doen ze het, hoe kan je ze bijstaan, wat neem je mee naar de volgende trainingsperiode?
Maar tussendoor is er tijd om B atlete Britta de Haan van Clytoneus te zien vliegen naar een 12,08 op hinkstap, in je ooghoek de 3 kilo kogel van meisje B Jessica Schilder (av Edam) pas na 17,04 meter te zien landen en even ontspannen te gaan zitten voor de 3 nét niet pogingen van PAC-er Rafaël Raab op 2,06 meter bij het hoogspringen.

Een aantal atleten kennen we nog van de pupillen en de D junioren. Jonge atleten die toen nog huilend over de finish kwamen na een 1000 meter op de competitie, wat onbeholpen uit een startblok struikelden na een té hard startschot of zelfs uit stand de sector bij kogel niet wisten te vinden. Nu serieus aan het werk op een heus NK.
Leuk om te zien ook hoe de alleskunners die je altijd tegenkwam op de meerkampen in het land, zich ontwikkelen op hun favoriete onderdelen.
Genoemde Rafaël en Britta, maar ook Joris van Gool die Europa in kan met een 2e tijd op de allertijdenlijst bij de A junioren, 6,85 op de 60 vlak, en Luuk Peters, met een 8,04 op horden; een 6e plaats op de allertijdenlijst bij de B.

Veel leuker is het natuurlijk als de atleten in de GAC kleuren sporten. Deze atleten ken je van de eigen baan, ook als ze niet in jouw groep trainen, en dan fan je toch net even iets harder.
Mooi is de progressie van Aldo te volgen op de sprint: eind januari 7,36, begin februari 7,32, nu op het NK 7,25. Of Hielke die in de laatste 400 van de 3000 meter nog wat tegenstanders oppeuzelt onderweg naar een eeuwenoud clubrecord in 9,28,71. Sorry Pepijn, ik heb je 800 m gemist.
En de polshoogsprongen van Ot en Siem: om je vingers bij af te likken zo mooi…

En dan de atleten uit de eigen groep. Ja, sorry, maar dat blijft toch het aller-allerleukste om naar te kijken.
Dit NK was iets van de 15e wedstrijd die we dit indoorseizoen hebben bezocht en na zo’n 130 pr’s in die periode weet je ongeveer wel wat iedereen kan. Toch is het steeds weer het puntje van de stoel en het net gekochte stressballetje tot moes masseren als ‘een van ons’ als mini-mensje uit de catacombe van de Apeldoornse badkuip het strijdtoneel betreedt. Wat al die anderen doen, deden of gaan doen is plotseling volstrekt irrelevant geworden.

Wat kan mij het schelen wat Joris en Luuk kunnen? Als zoon Yarán 7,59 op de 60, Sterre en Julia 9,49 en 9,67 op de 60 horden lopen bij een NK dan ben ik trots.
En natuurlijk heb ik de nummer 1 niet eens gezien toen debutant Rens, niet met pap maar met hete soep in de benen, als 5e van Nederland de finish van de 400 m bereikte.
Ja, ik heb dat mannetje met dat rode shirtje wel gezien, maar dat was alleen omdat hij het lef had om in de serie van de 400 tussen Rens en Jelle te finishen. Onbedoeld hielp hij Jelle wel aan een pr met 1,6 seconde; daar ben ik hem dan weer dankbaar voor.
Als je benen eerst in pap en daarna in soep veranderen op de 400 en de 200 dan denk je niet onmiddellijk: ‘Verhip, wat heb ik een mooie tijd gelopen”.  Als je dat denkt dan had je harder gekund. Gabriël  dacht niet aan een pr met bijna een halve seconde en een beste prestatie van een GAC-er op de 200 bij de C junioren toen hij zijn benen na de finish vriendelijk verzocht toch alsjeblieft weer tot leven te komen zodat hij het terrein af kon strompelen om heel stil en heel lang bij te komen. Soep moet.
Jammer was wel dat Skip in dezelfde race in een vlaag van verstandsverbijstering besloot Gabriél te gaan hazen door in zijn baan voor hem te gaan lopen en daarvoor gediskwalificeerd werd. Wie goed doet…

Veel minder barbaars dan bij de loopnummers gaat het eraan toe bij hinkstap. Natuurlijk heb je daar ook kracht, snelheid en doorzettingsvermogen nodig maar met gratie en techniek kom je verder dan met rammen alleen. Een goede sprong ziet eruit alsof het je totaal geen moeite kostte.
Als je Bram Streefkerk ziet springen kan je zeggen: “Mwah, daar mag wel wat pit in.” En dan zie je de 12,34, 8e van Nederland, en ben je weer even stil.
En dan verkl**t Luca op zaterdag haar ver-finale en hinkstapt ze vrolijk op zondag met 10,61 pr mee om de medailles. Stil dus maar weer, even diep buigen.

Met de komst van nationaal kampioen Erwin Slokker -eerst als atleet, daarna als trainer- heeft het hinkstappen bij de GAC een nieuwe impuls gekregen bij de jeugd. We doen natuurlijk sinds jaar en dag hinkstapsprong uit stand voor de Rode Draad bij de pupillen, maar bij de junioren kwam daar slechts sporadisch vervolg op.
Afgelopen weekend hadden we op dit mooie en super-technische onderdeel maar liefst 6 atleten op het NK staan, een A, drie B’s en twee C’s. Dat is 1 achtste van het totale deelnemersveld op dit onderdeel en daarmee zijn we als GAC hofleverancier.
Nu is er discussie over dat hinkstap in Nederland niet veel voorstelt en je je al plaatst voor het NK als je de sprongen in de juiste volgorde kan doen. Daarop wil ik hier graag reageren met:
“Calvinisten, sssst, jullie hebben je tijd gehad, goed zijn mag weer.
Luca, Susan, Mauve, Kato, Bram, Gabriël, dank jullie wel; we hebben enorm van jullie sprongen genoten.”

Stéphane, fan

Postscriptum
In het bovenstaande stukje heb ik alle GAC deelnemers genoemd, met uitzondering van Nicolaas Romagnoli.
Nicolaas was ziek, te ziek voor zijn 400 meter. Hij is toch gekomen en heeft hem gelopen. Zijn tijd was 4 seconden langzamer dan zijn pr: 58,25. Dat is GAC.

Foto: start Gabriël en Skip op de 200 m.

Back To Top