Atlete Shantell Kwofie wil kinderarts worden maar eerst hoopt ze op een medaille op het EK
Jan Warmerdam
Dinsdag 28 juni 2022 om 19:30
HILVERSUM
In Jeruzalem worden van 4 tot en met 7 juli de Europese Kampioenschappen Onder 18 atletiek gehouden. Florian Vriezen en Shantell Kwofie, beide lid van GAC Hilversum, stappen zaterdag in het vliegtuig en strijden in Israël mee om de medailles, respectievelijk op de meerkamp en de 400 meter horden.
Shantell Kwofie kwalificeerde zich anderhalve week geleden tijdens de Nederlandse kampioenschappen Onder 18 jaar in Amsterdam. „Ik finishte tweeduizendste seconde achter winnaar Ashley Boldewijn. Zij doet in Israël ook mee.”
Gegrepen
De 16-jarige Kwofie, die in Duitsland werd geboren en nu in Almere woont, was acht jaar toen zij door de atletiek werd ’gegrepen’. „Ik was op school altijd al de beste op allerlei onderdelen. Na een sportdag op een atletiekbaan dacht ik: met deze sport wil ik verder.”
De liefde voor de atletiek werd wel een aantal jaren gedeeld met andere sporten. „Ik heb gehandbald, de triatlon gedaan en pas geleden de zwarte band in taekwondo gehaald. Maar nu ik intensiever met atletiek bezig ben, is er voor iets anders geen ruimte meer.”
Niet alleen in het sportieve weet zij wat ze wil, ook in het dagelijkse leven zijn de doelen scherp. Kwofie zit op het Calandlyceum in Amsterdam, waar zij volgend jaar het laatste schooljaar in gaat. „Ik wil voor alle vakken slagen met cijfers tussen de zeven en tien.”
Het pad na het ophalen van het diploma is ook uitgestippeld. „Het plan is om daarna in Amerika te gaan studeren. Ik wil kinderarts worden. Waarom? Omdat ik mensen wil helpen en het leuk vind om met kinderen om te gaan.”
Genen
De gedrevenheid die dwars door haar leven loopt, zit volgens haar in de genen. „Nou ja, dat denk ik. Hoewel ik thuis ook wordt gestimuleerd om overal het beste uit te halen.” Ze verwacht in Jeruzalem een medaille te kunnen winnen op de 400 meter horden, dat wordt gezien als één van de zwaarste loopnummers. „Na het NK heb ik hard getraind en het gaat steeds beter.”
Florian Vriezen (16) moest, om zich te kwalificeren voor de de EK, 7000 punten bij elkaar harken op de tien onderdelen waaruit de meerkamp bestaat: 100 meter sprint, 400 en 1.500 meter hardlopen, 110 meter horden, hoogspringen, verspringen, polsstokhoogspringen, kogelstoten, discuswerpen en speerwerpen. Op het NK O18 in Emmeloord begin juni dit jaar pakte de Hilversummer de nationale titel met een totaal van 7174 punten. Winst was er voor hem bij het speerwerpen, het polsstokhoogspringen en op de 400 meter. „Het polsstokhoogspringen, speertje gooien en de 110 meter horden zijn mijn favoriete onderdelen.”
Een lichte hekel heeft hij aan de 1.500 meter hardlopen, het laatste nummer van iedere meerkamp. „Daar zie ik wel eens tegenop. Maar ja, je moet ’m toch lopen, anders heb je geen eindresultaat.”
Als kleine jongen zag hij hoe oudere broer Yoram door vriendjes werd meegetroond naar de atletiekbaan. „Hij werd lid van GAC en ik ging altijd mee om te kijken. Ik wist al snel: dit wil ik ook.”
(tekst loopt door onder de foto)
Inmiddels traint hij tussen de tien en vijftien uur per week, meestal onder supervisie van twee clubtrainers, Niels Alofsen en Janet Hulshof. Over zijn kansen op een ereplaats tijdens het EK in Israël, waar de meerkamp de laatste twee dagen geagendeerd staat, heeft Vriezen gemengde gevoelens. „Op de ranglijst O17 sta ik eerste. Maar bij de O18 sta ik achtste. De ranglijst wordt aangevoerd door een Duitser die pas geleden vijfhonderd punten meer dan mij scoorde. Maar, als alles klopt zit een podiumplek er wellicht in.”
Hij kijkt niet alleen uit naar de sport tijdens de EK. „We gaan op stap met een ploeg die heel positief is en gezelligheid belangrijk vindt.” De VWO-leerling aan het Alberdingk Thijm College en clubgenoot Shantell Kwofie hebben dezelfde droom die nagejaagd wordt. „Een Olympische titel of wereldkampioen worden.”
Lijkt het hem ook wel wat om ooit samen met zijn broer, die zich in Emmeloord kwalificeerde voor het wereldkampioenschap onder 20 jaar dat in augustus in het Colombiaanse Cali wordt gehouden, op het ereschavot te staan? „Hmm, dat zou fantastisch zijn.”