Skip to content

Hoe geniet je na van een prachtige dag? Je kan erover napraten met degenen die er ook waren, je kan lui op de bank met de voetjes omhoog de dag als een film in je hoofd afspelen -met eindeloze herhalingen van de hoogtepunten- of je kan er een stukje over schrijven.

Na de zeer geslaagde junioren A  competitiewedstrijd afgelopen zondag in Haarlem hebben we met zijn bijna allen nagepraat. Eerst onder de enige GAC-tent die we hebben waar geen GAC op staat (foutje van de ploegleider), vervolgens bij de Mc met een flinke stapel herstelvoedsel en vruchtensap met bubbels, en op de weg terug. Vervolgens hebben we thuis lui op de bank met de uitslagen van www.atletiek.nu op de laptop de film van de dag in het hoofd afgespeeld; stukken fijner dan Netflix.
En nu dus maar weer een stukje, want mooie momenten moet je vastleggen en voor fotograferen of filmen zijn we te druk. Pun intended.

Heldendom
Heldenstatus bij de landelijke competitie verkrijg je niet alleen door een prachtprestatie neer te zetten of veel punten binnen te slepen voor het team. Iedereen doet zijn stinkende best en de een kan nu eenmaal dit en de ander kan nu eenmaal dat; niks bijzonders eigenlijk. Nee, heldenstatus verkrijg je vooral door uit te komen op een onderdeel dat je nooit doet en waar je niet op traint. De Engelsen zeggen dan mooi: Taking one for the team. De reden is vaak dat de atleten die wel op die onderdelen trainen zich hebben afgemeld, omdat ze geblesseerd zijn, ziek zijn of zomaar, en in een enkel geval omdat er op dat onderdeel bij de GAC überhaupt niet getraind wordt. Een klassiek voorbeeld daarvan is Cas Lutz die zich opofferde om voor het team de 3000 m steeple te gaan doen omdat iedereen net even de andere kant op keek toen de vraag gesteld werd. Cas bleek er talent voor te hebben, ging ermee verder en haalde er twee jaar terug een bronzen medaille mee op het NK bij de senioren. Het kan verkeren.
Afgelopen zondag moesten er ook weer een paar helden opstaan om de missie, bij de eerste 12 teams landelijk eindigen, te doen slagen. Zo moesten ultra korte afstand Sterre Weber en langere afstand Eden Göbbels aan de bak op de 4×400 bij de dames en werden Hielke Hilberts en Pim Borninkhof wreed uit hun comfortzone getrokken voor hetzelfde onderdeel bij de heren. Gestreden als godenkinderen en met eeuwige roem en dank van de andere teamleden, die –oef- alleen maar heel luidruchtig langs de kant hoefden te staan. De stembanden hebben ook een mooie 4×400 meter workout gehad.

De laatste keer dat Mauve Bos een polsstok in haar handen had was precies 1 jaar en 11 maanden geleden bij de seniorencompetitie in Lisse. Ook toen trainde ze er niet op, maar nam ze er een -ter hand- voor het team. Met een pr van 2,60 , een 3e plek en vanuit een korte aanloop met een vederlicht stokje wist ze bij afwezigheid van Otte en Ilse de schade voor het team bijzonder goed beperkt te houden. Dank je, Mauve, viel mee toch?
Tja, en dan die 400 m horden. Wie zullen we die dit jaar eens in de maag splitsen? Vorig seizoen hadden we bij de dames sprintster Justine, weten te strikken, maar gelukkig was de keuze dit jaar makkelijker. Als je namelijk 400 m loopster bent en je kan ook nog eens niet onverdienstelijk hinkstappen (1e met 11,05 m) dan moet de 400 horden geen punt zijn. Met een paar ritmetraininkjes en een aanpassing van rechts naar links passeren kwam Eline Dalderop tot 67,43. Of het een clubrecord is ligt nog ter beoordeling bij Arjan, maar met de eerste tijd in de poule en de 5e tijd landelijk mag je als juniore B1 best even je schoenen uittrekken en ernaast gaan lopen.

Heldendom 2.0
Het was twee weken terug, of misschien was het vorige week pas, dat we besloten dat speerwerper Bram van der Laan (1e met 53,68 m) de 400 horden maar moest gaan doen. Nicolaas had afgezegd en voor Skip kwam het niet lekker uit met de rest van zijn programma. Op training ging het lekker en ook in de korte warming up no worries. Maar ja, als je een 400 horden moet doen nadat je net 10 minuten daarvoor met 4x maximaal gewicht op je linker blokbeen de speerwedstrijd hebt gewonnen…tja. De afzet voor de 1e horde zou met rechts gaan, maar Bram zakt de pas daarvoor door zijn vermoeide linkerbeen en klapt ongenadig en volledig tegen de horde. Vol op de knieën en de bakkes, maar niet op het ego. Hij heeft een paar seconden nodig om zich te beseffen wat er gebeurd is en waar hij is, half op het gras, half op het tartan. Hij heeft een paar seconden nodig om zich uit de knoop met de horde te ontwarren en het tartan uit de knieën te slaan. Dan kijkt hij op, links en rechts en vervolgt hij zijn weg. Op vaart komen naar de 2e horden, in high speed naar de 3e, dan de 4e, de 5e , de 6e… Hoe sterk is die gast?
De scheidsrechter oordeelt later dat Bram geen profijt heeft gehad van zijn onreglementaire hordepassage -ja duh- en zijn tijd van 69,67 en de bijbehorende 477 punten voor het team blijven staan. Als dat niet de stuff is waar heroes van gemaakt worden dan weet ik het echt niet meer. Er is vast nog wel plek in mijn kantoor voor een standbeeld.

De A competitie is een vreemde competitie.
Niks vreemds aan 4 poules met zo’n 13 clubs per poule die strijden op 12 verschillende disciplines per wedstrijd. Dat is eigenlijk ongeveer precies hetzelfde als de andere atletiekcompetities. Voor elk onderdeel krijgt de beste prestatie per vereniging punten en aan het eind worden de punten opgeteld om de ranglijst te bepalen. Er zijn 2 voorrondes die moeten leiden naar het NK teams Junioren (de finale) in september met de 12 beste teams van het land. Het vreemde is het volgende:
Elke vereniging in ons land heeft te maken met A junioren die in hun examenjaar of in hun eerste studiejaar zitten. Velen haken af bij gebrek aan vrije tijd of gaan op een lager pitje of bij een andere vereniging verder. A junioren die behouden blijven voor de club gaan steeds meer focussen op wat ze leuk vinden/waar ze goed in zijn/waar ze tijd voor hebben en specialiseren zich. Vreemd genoeg blijft het spectrum aan onderdelen dat gedaan moet worden op de A competitie onverminderd breed, terwijl het voor clubs praktisch onmogelijk is om alle disciplines te blijven aanbieden.
Je kan als vereniging puntenkanonnen hebben als Kato (2e op sprint, 3e op speer), Eline (1e op hinkstap, 1e op de 400 h), Skip (2e op hinkstap, 4e op de 200 m), Bram (1e op speer en wat zou die hordetijd zijn geweest zonder val?) en Kris (4e op kogel en 4e op speer) maar je kan niet zonder je maten, je reserve-maten en je toekomstige maten. En lukt het de ploegleider niet om alle onderdelen te bemensen dan is alle inspanning om des keizers baard en haal je nooit de finale, want voor de competitie geldt: Diepte is mooi, maar breedte is King.
Bij deze daarom ook even een vette shoutout naar de atleten van de Mila: Hielke Hilberts (3e op de 1500 m), Max van Groeningen (3e op de 800 m), Eden Göbbels (4e op de 3000 m), Mette Oosterink en Wieke van Kaam. Een vette shoutout naar de atleten van Team Arena: Siem ter Braake (2e op hoog) en Rens Wildschut (3e op de 100 m). En een vette shoutout naar de werpers van Ingrid: Marieke van der Laan en Channa van Gameren. En natuurlijk naar Olaf van de Pavert, die een tikkie kreeg in de knieholte op de 100 m en hoog en 4×400 moest laten schieten. Pun intended. Next time, Olaf, next time.
Gelukkig is de GAC een mooie club met een brede opleiding en hebben we een hoop helden die niet te beroerd zijn om uit hun comfortzone te stappen en/of in hun comfortzone te excelleren om onze clubkleuren te verdedigen.
Alle atleten, zij die er waren en zij die er hadden willen zijn, bedankt namens de GAC; dankzij jullie allen is de missie met een 9e plek landelijk voor beide teams geslaagd. Zonder jullie kunnen we net zo goed gelijk doorrijden naar de Mc.
Zaterdag 26 mei is de 2e en laatste voorronde van de A competitie in Amsterdam. Buy your tickets now.

Op de foto’s de 4×400 estafetteteams met (van links naar rechts) de heren Siem, Skip, Hielke en Pim en de dames Justine, Eden, Sterre en Eline.
Stéphane (je weet wel, die ploegleider)

PS En echt hé, ik heb iedereen genoemd behalve onze vaste jury Marc van Veen. Marc, bij deze…)

Back To Top