Skip to content

Het NK –zo ook het NK voor junioren- gaat over wie de beste is van Nederland. Eigenlijk gaat het over wie de 3 besten zijn van het land; goud, zilver en brons. Nog eigenlijker gaat het over de beste 8 van Nederland die in de finale strijden om de drie NK medailles.
Zit je niet in de finale dan doe je eigenlijk niet mee. In het jargon heet dat: Dan doe je mee.
Kijk je nog iets verder dan kan je zeggen dat de nummer 8 de grote verliezer is van de finale en de nummer 4 de grote verliezer is in de strijd om de podiumplaatsen. De plaatsen daartussenin …ach.
De nummers 2 en 3 zijn uiteraard de grote verliezers in de strijd om de titel Kampioen van Nederland en –eerlijk is eerlijk- een beetje teleurstellend. Maar dan ben je er nog niet.
Het kan zijn dat de absolute toppers niet op het NK waren. Ze waren elders in de wereld, geblesseerd, ziek, aan het werk tijdens de series of ze zien het NK niet als piekmoment en past het niet binnen het schema onderweg naar een hoger doel zoals het Europese Kampioenschap, of zelfs, de Olympische Spelen. Dan is die gouden medaille toch minder waard.

Dit is zo’n beetje het beeld dat ik krijg als ik de vaderlandse media aanhoor. Een beeld dat ook door menig atletiekliefhebber wordt meegenomen in gesprekken langs de baan en op sociale media.
Dit beeld staat echter in schril contrast met het recordaantal aanmeldingen voor het NK Junioren afgelopen weekend in Breda: ruim 1900 inschrijvingen.
Ik kan me niet voorstellen dat alle 1900+ atleten denken kans te maken op de Nederlandse Titel. Dan zou het dogma van elke verenigingstrainer: Je kan het!, wel heel overtuigend zijn doorgesijpeld in de breinen van onze jeugdatleten.

Natuurlijk zijn er atleten die tegen beter weten in denken dat ze kans maken en is het NK voor een aantal atleten en trainers slechts een leuke trainingswedstrijd als het podium nog niet binnen bereik is. Maar het NKJ is vooral een hele leerzame en leuke ervaring. Met al zijn regeltjes, gedoetjes en je meten met de beste atleten uit het hele land.
Het doet er niet veel toe of je heel goed bent, onderweg bent naar heel goed te zijn of nooit echt supergoed zal worden; je hebt in het voorseizoen een prestatie neergezet die je bij de besten van Nederland schaart en je het recht geeft om aan de start te verschijnen. Dat alleen al is niet iets om over te schamperen.
Ook niet als je laatste wordt, je aanvangshoogte niet haalt, halverwege moet opgeven, onderuit gaat of 10 minuten te laat komt en de organisatie liever met lege lanen start dan dat er van de regels wordt afgeweken.  En ook niet als je van de zenuwen even niet meer weet hoe het ook alweer precies moest. Pieken kan ook op een trackmeetinkje in de provincie.
Meedoen is niet belangrijker dan winnen, maar het is wel degelijk belangrijk. Johan Cruyff merkte terecht op: Als je de bal niet hebt kan je ook niet scoren.

De GAC had de grootste deelname op een NK ooit afgelopen weekend in Breda; 20 atleten uitkomend op 34 onderdelen. Er waren laatste plaatsen, middenmoten, halve finale, finales en 4x podium; 2 keer brons, 1 keer zilver, 1 keer goud.
“Ging het goed?”  vraagt men achteraf hoopvol. En dan zoek je naar een bescheiden en ingetogen antwoord in de geest van de NOS, Colijn en Calvijn en dan zeg je:
“Het ging fan-fucking-tastisch. Zo trots op die gasten. De GAC doet weer mee!”

Back To Top