Op zondag 16 Oktober vond de TCS Amsterdam marathon plaats. Aan de start op het
koningsnummer van de wegatletiek stonden maar liefst 18.000 lopers, onder wie de
deelnemers aan het Nederlands kampioenschap. Namens GAC was Team MILA met een
vijftal atleten vertegenwoordigd.
Jonatan Venema en Patrick van Buuren debuteerden op de hele en deden dat met verve;
beide atleten, senior en master 35, bleven onder de 2:40 uur en dat was volgens planning.
De komende jaren worden deze mannen in staat geacht de PR’s verder aan te scherpen. Erik
Kallenberg, die al een 2:37’er op zijn naam heeft staan, leek recent ook in uitstekende vorm
te steken en richtte zich op een toptijd. Helaas werd hij de afgelopen weken geplaagd door
ziekte en dat moest hij in de tweede helft van zijn race bekopen. Zijn tijd, net onder de 2:50
uur is meer dan respectabel, maar Erik zal de komende jaren vast tonen een nog veel
scherpere tijd neer te kunnen zetten.
Ook dit jaar bewees Mirjam Koersen weer dat zij een atlete van de buitencategorie is.
Mirjam, die als master uitkwam in de categorie senioren, kende een lastige voorbereiding
waarin zij met blessures te kampen had. In een korte periode van enkele maanden wist zij
zich echter weer wedstrijdfit te trainen en het vertrouwen van trainer Hilberts en het team
in een goed resultaat bleek volledig terecht: Mirjam finishte in een strakke 2:49:52 als zesde
Nederlandse dame overall! Grote klasse.
In de categorie master 55 liep Martin Keulemans naar het podium. Zijn 2:53:16 was goed
voor een derde plaats. Martin, niet voor niets meervoudig clubkampioen, kende in het
tweede deel van zijn race wel wat verval, maar was ook tijdens deze editie niet te kraken;
een mooi voorbeeld van onverzettelijkheid.
Herman Verra, die zich het afgelopen seizoen een ware ‘record-veelvraat’ toonde, was niet
klaar voor een hele marathon en kwam daarom uit op de halve. Daar won hij in zijn
categorie met overmacht en noteerde daarbij weer een clubrecord master 50: 1:14:49!
Na de finish benadrukte Mark Hilberts het belang van het team: ‘De successen zijn behaald
als onderdeel van een teamprestatie. Wij trainen hard en dat doen we samen. Ook als er
tegenslagen, blessures of anders, geïncasseerd moeten worden, is er sterke support vanuit
het team en dat maakt ons individueel en als collectief krachtig.’