Skip to content
  • Blog

In veel sportscholen hangen ze nog. Mooie gekleurde posters met hartslag, leeftijd en bijbehorende trainingszones. Je moest voor het juiste effect vooral rustig in de vetverbrandingszone trainen. Dan hield je je gewicht het beste onder controle, werd je het fitst en kreeg je de minste blessures. Toen ik bij de GAC begon, trainde je in de basisgroep maar een keer per week. Op die manier kon je goed van een training herstellen. Toen ik wedstrijdloper werd, leerde ik vooral om veel kilometers in een klein aantal trainingen te persen en het tempo vooral onder controle te houden.

Anno 2013 staat dit allemaal op de helling (of is er al met een flinke smak afgegleden). Je blijkt sneller af te vallen als je kort en heftig traint. Je moet dit echter wel de hele week door doen. Lopen om af te vallen werkt (statistisch) alleen als je – verdeeld over de week – zo’n 250 minuten stevig traint.
Voor de wedstrijdlopers zijn tegenwoordig de high intensity intervaltrainingen in zwang. Geen ingehouden trainingen net onder allerhande ‘drempels’ meer, maar gewoon hard.

De marathonloper is ook bezig zijn langzame duurlopen kwijt te raken. Ook voor de marathonloper worden de trainingen korter en intensiever. De nieuwe benadering is ook wel logisch. Om je lichaam tot betere prestaties aan te sporen, moet je er wel wat van vragen (overload). Langdurig net iets te weinig prikkelen leidt op zijn best tot efficiënt langzaam lopen en op zijn slechts tot blessures door de eentonige belasting.

Loop dus vaak en gevarieerd. En niet te lang, waardoor je ook lekker hard kunt.

Siebe Turksma

Back To Top