Skip to content
  • Blog

"Waar zit je navel?" is altijd de eerste vraag die ik aan clinicdeelnemers stel. De een trekt meteen zijn shirt omhoog en toont een bolle buik met een mooi dopje. De ander wrijft giechelend over haar buik en mompelt onzeker: "Nou, hier ergens".
Stoklengte = navelhoogte. Kijk maar naar Chris in het midden op de foto. Waar het lipje van zijn handschoentje vastzit aan de stok, daarachter zit zijn navel. Een makkelijke manier om de verstelbare stokken op de juiste lengte in te stellen.
De navel is belangrijk bij nordic.

Als warming-up lopen we bij de clinic eerst een stukje en houden de stokken daarbij in de hand halverwege vast. De een zwaait ze enthousiast tot boven het hoofd. Niet ongevaarlijk overigens. De ander houdt ze enigszins verkrampt met beide handen voor het lichaam. Ook hier is de navel bepalend: voor zwaai je je handen op tot navelhoogte, maar ook achter tot navelhoogte.

Later, met de stokken aan is dat ook de bedoeling: zwaaihoogte = navelhoogte. Kijk maar naar Tineke, links op de foto. Voor zwaait haar arm op tot navelhoogte (nou ja, ongeveer) en als ze flink doorloopt, doet ze dat achter ook. Dit laatste is trouwens ook voor gevorderde lopers nog vaak een puntje van aandacht.
Nordiccers lopen met grote stappen, want grote stappen gauw thuis. Maar hoe groot moet zo’n stap dan zijn? Er blijkt een relatie te bestaan tussen stoklengte en paslengte: leg de stok op de grond, ga ernaast staan met de hak van je ene voet bij de punt van de stok en met de teen van je andere voet bij de top van de stok. Kijk maar naar Frederika, rechts op de foto.

Wie snel doornordict met een redelijke techniek, maakt automatisch stappen van deze lengte. Ook blijkt dat als je pas groot genoeg is, het makkelijker is om je handen voor en achter precies hoog genoeg op te zwaaien.

Samenvattend:
stoklengte = navelhoogte
zwaaihoogte = navelhoogte
paslengte = stoklengte
Nordiccen lijkt wel meetkunde!

Liene Malsch

Back To Top