Skip to content

23 december 2016

Het zijn drukke dagen voor junioren.
Hersenpijnigingen op school. Stress van cijfers die gehaald moeten worden, projecten waaraan te laat is begonnen en die op tijd moeten worden afgerond. De feestjes, de gezelligheid, het chillen met de onervaren stress van ingewikkelde intermenselijke interactie. Hard trainen, fysiek moe van maximale inzet in de opbouw en nat, koud, rokerig op de baan, weer of geen weer.
En dan wordt er ook nog verwacht dat je de beste bent met gym en helpt met het Kerstdiner.
Onze BiCz atleten zijn moe, zo aan het eind van het jaar in deze donkere dagen voor de Kerst.

Maar daar was gisteravond bij de 1e Vrijdagavondindoor in de indoorhal van de Galgenwaard helemaal niks van terug te zien. Iedereen op of over pr-niveau op alle onderdelen.
En -vreemd genoeg voor een indoor- onder zware omstandigheden.
De vloer is hard en glad. Zelfs met nieuwe puntjes moet je niet hoogspringen in Utrecht. De bocht is te krap en de aanloop te kort voor grote jongens en als je goed voor je lzp afzet dan ga je onderuit.
De startblokken zijn zodanig versleten dat je eigenlijk op de grond ervoor moet afzetten en het is zo warm en benauwd in de hal dat je nog minder zuurstof binnenkrijgt dan op het stukje baan bij BeGreen. Maar ook daar zien we nauwelijks iets van terug in de uitslagen.
Tuurlijk: de sprinters hadden sneller gewild (Utrecht kan 1 à 2 tienden schelen) en Olaf gaat echt nooit meer hoogspringen daar, maar verder…
Ik ga niet iedereen benoemen –alle uitslagen zijn weer razendsnel door Marc van Veen op de site gezet- maar ik wil er wel even een paar pareltjes voor de trainer uitpikken.

Als trainer misschien niet, maar als vader ben ik redelijk bescheiden. Zo mooi is het dan om te zien hoe Yarán Harald Bust (recentelijk nog een grote naam in de atletiek) verslaat in een 1 op 1 gevecht op de zestig. Dan loopt papa graag een keertje extra naar de keuken voor je.

Een ander pareltje was de supergeconcentreerde en praktisch foutloze serie van Joris van Luyken op polshoog. Ik weet dat hij 3 meter kan springen en dat hij zich –als het moet- goed kan concentreren, maar om dan gelijk in je eerste wedstrijd van het seizoen je pr van 2,50 naar 2,96 te brengen op een vreemde mat, in een drukke omgeving en na heel lang wachten is knap.
Waar andere beginnende springers regelmatig hele andere dingen gaan doen in de aanloop, de afzet, de zweeffase en vreemde -vaak gevaarlijke- sprongen laten zien, bleef Joris consequent goed springen. Hou je als trainer vaak je hart vast bij de aanvangshoogte of net daarboven en denk je: “Oeioeioei, dat wordt helemaal niks vanavond,” gisteravond was elke poging zeker en doeltreffend. Chapeau.
En die andere trainers maar aanwijzing na aanwijzing na aanwijzing geven en de hare uit het hoofd trekken. Er zijn een hoop kalende polshoogtrainers in het veld.

En dan Wicky Hulselmans, het kleinste pareltje. Na twee jaar met veel plezier bij de D+ van Tom Dankers te hebben getraind mag ze dan eindelijk tussen de groten van de BiCz rare onderdelen doen en mee naar de Mac na de wedstrijd. Op hinkstap 8,86 m, op 50 meter horden 8,94 s en de 60 onder de 9 seconden zijn gewoon goed voor een C eentje. Hoop voor de toekomst.

Tot slot nog even over ons aller Gibby (Gabriël voor de statistieken).
Na een jaar lang hikkend hinken richting de 12 meter vanaf de 9 meter balk heb ik hem toch maar weer eens ingeschreven voor de 11 meter balk. Vanaf de 11 meter balk móet je wel goed stappen, anders haal je de bak niet. Vanaf de 9 meter balk kom je nog weg met een kabouterstapje na de hink om lekker chill de sprong te kunnen doen, de 11 meter balk straft zo’n sprintersluiheidje genadeloos af.
Natuurlijk is de 11 eng als je twee weken terug vanaf de 9 amper 11,23 sprong. Vanaf de 11 land je dan net 23 centimeter de bak in. Drieëntwintig centimeter verwijderd van onbeschrijfelijke pijnen als je op de bakrand landt. Met 5 sprongen over de twaalf en de verste 12,31 is die negenmeterbalkdiscussie nu toch wel ter ziele. Hoop ik.

Dank aan allen, inclusief de strakke organisatie van av Phoenix, voor wederom een fijne atletiekavond.
Het woord staat niet in de Van Dale maar zou er wel moeten staan: Trainertrots.

Stéphane Wieneke

Back To Top